Aangemoedigd door de blogposts van vele andere vrouwen die hun ervaringen zijn beginnen bundelen, besloot ook ik mijn klein steentje bij te dragen aan de vloedgolf aan persoonlijke ervaringen omtrent ongewenste intimiteiten.
Eerlijk is eerlijk, ik ben wat dit betreft met momenten een enorme angsthaas, aangezien ik niet altijd even goed weet hoe ik zal reageren op grove commentaren. Maar toch: hoe meer het geweten wordt dat dit gebeurt, hoe minder men hopelijk zal denken dat vrouwen hierover liegen of overdrijven. Want zeg nu zelf: waarom zou iemand liegen over iets zoals dit, als de maatschappelijke reactie erop toch de schuld bij het slachtoffer legt en ervaringen weglacht?
Bij deze, dus: mijn deprimerende tijdlijn tot nu toe.
2008, 16 jaar.
Ik draag voor de eerste keer sinds lang een rokje omdat het mooi weer is. Bij aankomst aan het wiskundelokaal laat de leerkracht me met een vettig lachje weten dat het rokje me wel érg goed staat en mijn benen goed doet uitkomen. Ik liep nog liever het risico op buizen voor wiskunde dan alleen naar de bijlessen te gaan. Het rokje deed ik nooit meer aan.
2009, 17 jaar.
Ik was met een spreekwedstrijd aan de VUB naar de finale doorgegaan en kleed me wat op om er netjes te staan. Bij het terugwandelen naar het station na de wedstrijd, rijdt een puber op een step langs me en knijpt me in mijn borst waar mijn ouders bijstaan. Geen van ons weet hoe erop te reageren.
2010, 18 jaar.
Als pendelaar moet ik regelmatig via de stationsbuurt met verschillende cafés. Op de dagen dat ik late lessen heb en er dus redelijk wat mensen al op café zitten, wordt ik nageroepen met de vraag “Hoeveel per uur?”, ik blijf achter met een kwaad en ook enorm vuil gevoel. Ook wordt me op een ander moment de weg versperd tot ik een kus of mijn nummer geef. Ik zoek een andere weg om thuis te geraken waarmee ik dit soort incidenten probeer te vermijden.
2012, 20 jaar.
Ik heb voor de eerste keer mijn moed bijeengeraapt en draag een knalrode lippenstift. Ik ben nog niet eens mijn straat uit, of een man die oud genoeg was om mijn vader te zijn merkt op ” Amai, zo’n schoon rode lippekes! Krijgen we geen kuske, ‘uffra?”. Ik reageer dat ik dit niet apprecieer en krijg terug dat ik zo zuur niet moet zijn over een onschuldig complimentje. Wanneer ik mijn frustratie tegen vrienden uit, wordt me aangeraden om me niet te schminken, een koptelefoon op te zetten en een andere route te nemen, want dit is normaal mannelijk gedrag waar ik niks tegen te zeggen heb.
Ook waag ik het één keer om op café een haltertopje aan te doen dat langs achter dichtgeknoopt zat. Iemand vindt het klaarblijkelijk geinig om de strik los te maken, een goede vriendin ziet het gelukkig net op tijd en houdt het topje langs achter omhoog zodat ik er niet bloot sta. De persoon doet het af als een grapje waar ik volgens hem te fel op reageerde door hem een mep te verkopen. Ik durf het topje niet goed meer aan te doen, uit schrik het nog eens voor te hebben, want “die strik nodigt uit”.
2014, 22 jaar.
Ik word nagebruld op straat en geef weerwoord, waarop de persoon achter me aan blijft fietsen tot ik luid dreig om de politie te bellen. Ook voel ik op een ander moment wanneer ik met een vriendin op de Keyserlei loop ineens een hand op mijn rug die afglijdt naar mijn kont. Ik draai me om om te reageren en krijg een vettig lachje en knipoog als reactie. Ik voel me voor de rest van de dag vuil en slechtgezind.
En voor de toekomst? Ik hoop oprecht dat ik niets meer aan mijn tijdlijn zal moeten toevoegen, want onze samenleving kan veranderen. Maar dan wel alleen wanneer de Diddensen van de wereld even zwijgen en luisteren naar de “juffrouw truttenbollen”, wiens enige fout is dat zij wijzen op een rotte plek in onze samenleving. En de beste reactie daarop is niet het monddood maken van diegenen die het probleem aankaarten, maar het probleem aan te pakken.
Getekend,
Juffrouw Truttenbol
#wijoverdrijvenniet
Ik blijf me verwonderen over het aantal ervaringen dat opduikt en de grofheid ervan. Ik wist dat er een probleem was maar dat het zo wijdverspreid is, had ik nooit kunnen denken.