Wie langer dan een halfuur heeft doorgebracht in een moderne feministische groep, heeft ongetwijfeld het woord “privilege” eens horen vallen. Kort gezegd vallen onder deze parapluterm allerlei voordelen die de heersende sociale orde toekent aan mensen op basis van eigenschappen waar ze weinig of niets aan kunnen doen. Enkele voorbeelden zijn wit privilege, dat zorgt voor een voorkeursbehandeling bij sollicitaties of het zoeken van een woning, of mannelijk privilege, dat onder meer inhoudt dat je als man meestal geen rekening hoeft te houden met seksuele intimidatie.
Tegenover privilege staan vele -ismen: seksisme, racisme, validisme, jeunisme, enz. Het is belangrijk om op te merken dat dit niet gaat over anekdotiek, maar een systematische kracht is die zich breed door de gehele maatschappij bevindt. Zo kan het zijn dat een man die een cursus naaien volgt, bespot wordt (vanuit de achterliggende idee dat naaien iets voor vrouwen is en dus minderwaardig), maar dat neemt niet weg dat hij het merendeel van de tijd nog steeds zal genieten van mannelijk privilege.
Intersectionaliteit
Al die -ismen en types privilege bouwen samen aan een intersectioneel model waarin mensen tegelijk kunnen lijden onder bepaalde vormen van discriminatie maar tegelijk ook bepaalde privileges kunnen bezitten. Het doel hiervan is niet om een tabel of een scorelijst op te bouwen over wie nu het meest of het minst onderdrukt is, maar om te wijzen op de veelvormigheid van de sociale realiteit. Daarom bestaat er om seksisme in zijn geheel te bestrijden bijvoorbeeld geen “one size fits all”-aanpak, omdat de positie van pakweg een rijke vrouw anders is dan die van een arme vrouw, en dat een man in een rolstoel een andere ervaring heeft dan een man die kan wandelen.
Activisme moet noodgedwongen werken met algemeenheden en kan zich niet compleet afstemmen op elk individu, anders verliest het de kracht van het collectief. Het kan daarom mogelijk lonen om in te zoomen op privilege als factor en welke vormen onherroepelijker zijn dan andere – dat betekent niet dat één vorm van onderdrukking erger is of heviger, eerder dat sommige privileges meer aangeboren zijn. Dit is nuttig als men het bijvoorbeeld heeft over de voordelen van conventioneel aantrekkelijk zijn. Is dat aangeboren of is dat het resultaat van een aantal keuzes?
Schuld en boete
Het debat over voor welk deel een individu over zijn of haar leven controle heeft zal allicht tot het einde der tijden meegaan. Weinig mensen onderschrijven nog zuiver determinisme en ook de mensen die de zuivere vrije wil aanhangen, zijn een te verwaarlozen minderheid. Om mijn stelling duidelijker te maken, ga ik toch even in op de extremen van deze polen, omdat ze gevolgen hebben voor de strijd voor gelijkheid. Als, een paar factoren die bij de geboorte aanwezig zijn niet te na gesproken, alles het gevolg is van de vrije wil, dan is het individu zo goed als volledig verantwoordelijk voor zijn of haar eigen sociale positie. Dit is een idee dat veel rechtse krachten onderschrijven en daaruit de rechtvaardiging putten om mensen die slechte “keuzes” maken te straffen of alleszins over te laten aan de nefaste gevolgen van die keuzes.
Links zit meer in het centrum tussen beide polen en geeft weliswaar toe dat sommige zaken binnen de macht liggen van het individu, maar andere het gevolg zijn van contexten waar één persoon weinig tot niets aan kan veranderen. Ook de nood tot collectieve actie om die contexten aan te pakken (en minder ongelijk of willekeurig te maken) is geboren uit die opvatting.
Will work for privilege
Waarom die omweg? Eerder stipte ik aan dat conventioneel mooie mensen doorgaans een iets makkelijker leven hebben. Ze krijgen sneller een baan, vinden sneller een relatie en maken meer vrienden. Het frustrerende aan iets als schoonheidsprivilege is dat dit al naargelang de context verschilt in hoeverre dit in handen ligt van het individu.
Iemand die geboren wordt met een gezond gestel, symmetrische proporties en fysieke trekken die toevallig binnen de sociale norm vallen van wat aantrekkelijk wordt beschouwd, zal minder moeite moeten doen om de dividenden van dit privilege te kunnen innen. Toch zijn er veel mensen die in een minder gunstige positie met de middelen die ze hebben, zich opwerken tot een gelijkaardige positie en, als men beide mensen voor het eerst zou ontmoeten, hetzelfde “privilege” genieten.
Collectieve actie versus individuele agency
Tegenover het atomaire maatschappijmodel van de neoliberalen zetten progressieve groepen graag de solidariteit. Niet enkel als sociaal model, maar ook als actie: een systeem als bijvoorbeeld het patriarchaat haal je immers niet in je eentje door één actie naar beneden, precies omdat het zo vele koppen heeft en op zo veel fronten actief is. Onverdiende privileges zijn binnen elk machtssysteem dat onderdrukt, zaken die effectief collectieve actie vereisen. Maar soms is verwordt het ook tot een simplisme. Een – hopelijk apocriefe – anekdote van een kennis had het bijvoorbeeld over iemand in een linkse actiegroep die het “triggerend” vond tegenover analfabeten dat er teksten gepost werden. Troll of niet, van dat soort non-starters wordt niemand beter. Het is juist dat kunnen lezen en schrijven in het Westen een voorrecht is tegenover wie het niet kan, maar wie vandaag totaal ongeletterd is en blijft, is een extreme corner case die ondanks alles ook te weinig verantwoordelijkheid heeft getoond.
Een ander gevaar met hameren op privileges is dat het op de duur gaat lezen als de persoonlijke lijst frustraties van de activist. Het domein van het persoonlijke is dan wel waar het politieke geboren wordt, maar het is niet het enige domein. Ik word altijd wat kregelig als iemand die niet het geluk of het vermogen heeft gehad om door te kunnen studeren, plots een voorgewende bondgenoot aanvalt op “elitarisme” als die persoon toevallig wel heeft kunnen studeren en zich nooit eerder negatief heeft uitgelaten over wie dat niet kan. Ik zou ook de mensen die conventioneel onaantrekkelijk zijn en mensen die wel aantrekkelijk zijn zitten te bashen met het excuus van feminisme, ook geen eten willen geven.
Wanneer je privilege checken faalt
De persoon die “gewerkt” heeft voor die positie zal het terecht onfair beschouwen dat hij of zij gezien wordt als iemand die zomaar bepaalde voordelen geniet, omdat die persoon meestal verduiveld goed weet wat het betekent om als minder aantrekkelijk persoon behandeld te worden. Ik geef opzettelijk dit voorbeeld omdat er een ander is dat meer voor de hand ligt – dat van iemand die zich uit armoede heeft opgewerkt tot grote rijkdom.
Voor conservatieve en reactionaire krachten zijn zulke voorbeelden gefundenes Fressen omdat ze de dwingende, onpersoonlijke sociale krachten waar links het over heeft, lijken te logenstraffen. Progressieven hebben daar doorgaans maar een gebrekkig antwoord op en de oproep om de eigen privileges even na te gaan, klinken voor mensen die door barrières heen gebroken zijn, misschien hol en afgunstig.
De positieve breuk
Echter, met een beetje verbale aikido springt een mens al ver. Het is uiteraard niet dankzij het heersende systeem dat een bepaalde vrouw CEO is kunnen worden, maar ondanks. Dergelijke pioniers zijn het levende bewijs dat privilege en onderdrukking geen molenstenen hoeven te zijn. Een persoon als Margaret Thatcher was allicht niet te overtuigen geweest om haar verwezenlijkingen te gebruiken om de context waarin vrouwen konden slagen, te verbeteren, en ik zeg zeker niet dat feministen haar kritiekloos moeten vieren – integendeel. Maar misschien zou een volgende Thatcher in opkomst wel meer oren hebben naar progressieve verhalen indien ze omringd was geweest met verhalen die andere zaken benadrukten dan de verguisde miserabiliteit waar progressieven soms van beschuldigd worden.
Een parallel geval kunnen we vinden in de moderne psychotherapie. Het is voor de hand liggend dat psychotherapie zich voornamelijk focust op mensen helpen die slecht functioneren. Maar er is weinig oog voor mensen die reeds vrij goed functioneren nog beter te laten worden. Die stroming wordt “positieve psychologie” genoemd en vindt een hedendaagse uitloper in de vele blogs en sites die “lifehacks” beloven om een vrij gewoon bestaan nog efficiënter te doen draaien. Een dergelijke benadering is ook mogelijk voor de strijd tegen onderdrukking en de omgang met privilege. Dat, en twee tellen nadenken vooraleer het p-woord in de strijd geworpen wordt.